We krijgen een rondleiding van Charles Lamboley die ons meeneemt in de fabriek en in de wijnkelder van Terres Secrètes. Hij vertelt ons – in het frans – van alles over de wijn die ze hier maken en over het productieproces. Als je de enorme wijnsilo’s ziet, en je hoort dat in iedere silo 100.000 liter wijn zit, dan moet dat haast wel goede wijn zijn. Tijd om zelf te proeven dus.
Charles legt ons ook uit dat niet alleen de druif belangrijk is voor de smaak van de wijn, de grond waarop de druif verbouwd wordt is zeker zo belangrijk. Dezelfde druif verbouwen op verschillende soorten grond geeft namelijk een compleet andere smaak. Hij laat het ons zien en vooral proeven. We beginnen weer met het proeven van de witte wijnen en besluiten dat we de Mâcon Prissé uit 2012 de lekkerste vinden, die vlakbij op de wijnvelden van Mâcon verbouwd wordt. De rode wijnen zijn ook lekker, maar het hoogtepunt komt daarna: de Crément de Bourgogne. Een heerlijke mousserende wijn die op dezelfde manier gefabriceerd wordt als champagne, maar de naam niet mag dragen omdat de druiven nu eenmaal van Bourgondische grond komt. Het smaakt zo goed dat we maar besluiten om niet met lege handen naar huis te gaan.