China is het land van theehuizen, rijstterrassen en eeuwenoude tradities. Natuurlijk ook van de Chinese muur en het beroemde Terracottaleger. Maar China is ook het land waar oud en nieuw naast elkaar leven, waar je naast hutongs (Chinese volkswijken) ook hoge wolkenkrabbers en moderne winkelcentra vol elektronica vindt. Alleen deze combinatie maakt een reis naar China voor mij al fascinerend. Een vraag die mij vaak gesteld wordt: een reis naar China is natuurlijk hartstikke interessant en cultureel en verantwoord enzo; maar is het ook een beetje léuk? Valt er wat te beleven, kun je ook lol hebben op reis? Nou, zeker wel! Ik geef je graag mijn vier tips voor een China-reis vol fun.
1. Maak je eigen dumplings
De leukste plekjes in Beijing vind je in de hutongs, de oude stadswijken met laagbouw en typisch Chinese binnenplaatsen vol bloeiende planten en vogelkooitjes. Hier kun je tijdens een workshop leren om je eigen dumplings te maken. Dit zijn gestoomde of gefrituurde deeghapjes met vlees, vis en groente-inhoud. Pret gegarandeerd, want het lijkt misschien eenvoudig om de dumplings te bereiden, maar het vergt toch nog wel enige techniek… Aan het eind van de middag mag je al je eigen creaties zelf uitproberen. Mànmànchī, eet smakelijk!