Op naar Salalah
Maar er is nog veel meer te zien, dus ik zeg Alila en al mijn nieuwe vrienden gedag en vertrek naar Salalah. Op straat hier zie je weinig vrouwen – zij werken, de meeste vrouwen zijn van top tot teen in het zwart en dragen een soort burka waarbij alleen de ogen zichtbaar zijn (zonder gaasje dus), ook in de hotels. Hou hier rekening mee als jij in je zomerjurkje met spaghettibandjes aan komt fladderen. Ik verblijf in het gezellige Crowne Plaza Beach Resort en ik bevind mij ineens midden in het stadsgedruis en de dynamiek. Dat is even schakelen en ik voel de energie borrelen.
De aankomstdag is acclimatiseren en de omgeving verkennen. En ik besluit naar de archeologische stad Al Baleed (UNESCO) te lopen inclusief een bezoek aan het Frankensence museum dat op hetzelfde terrein zit. Tip: denk niet middags om 14 uur ’s, ik ga even 30 minuten wandelen. Domme actie: er zijn geen stoepen en het is gruwelijk heet. Er staat geen wind en er is geen schaduw, dus helemaal bezweet en onder het zand kom ik aan. Creditcard vergeten. En als je hier iets niet kan, is het met je gewone bankkaart betalen, ook al staat ‘ie op wereld. Toch probeer ik het, maar helaas. De kassier laat mij onbetaald naar binnen. Ook het museum mag ik gratis bezoeken. Al Baleed is het bezoeken waard. Dit was de eerste en meest belangrijke stad van de handel in Frankensence en het begin van wat nu Salalah heet. Ik neem een taxi terug. Bestellen van een taxi is simpel: aan een paal via je telefoon bestel je een taxi, je rekent met je telefoon gelijk af. Dineren doe ik op het strand bij het hotel in de lichte mist die elke avond het strand opkruipt. Het koelt daardoor iets af in de avonden.
De bergen op, de paden in
De volgende dag heb ik een auto gehuurd en ga ik de Jebel Qamar-bergen in op zoek naar pareltjes als, schildpadden, blow wholes, wadi’s en grotten. Ik vind ze allemaal op zo’n anderhalf uur rijden van Salalah. De wegen zijn goed, de wegbewijzering in het Arabisch en Engels, kijk wel uit voor loslopende kamelen, koeien en geiten. Het beste is om een 4 x 4 te huren zodat je ook off road kunt, want alleen de hoofdwegen hier zijn van asfalt. Ik kijk mijn ogen uit, wat een mooie rotspartijen, lijkt wel krijt. De Omani onderweg zijn superaardig en behulpzaam. Ik word met respect behandeld en warm onthaald. Ik pak de haarspeldbochten met gemak en rij de bergkam over. Op naar Mughsail beach. Hier vind je de turtles, de Marneef-grot en de blow wholes die het zeewater met kracht de lucht inspuit. Alleen niet zo krachtig toen ik er was, het geluid van terugtrekkend zeewater tussen de rotsen is wel het horen waard: horrorachtig. Zwemmen in zee kan vanwege de enorm sterke stroming. Maar wandelen over het poederwitte zand met een overkill aan krabben, wel.
Ik rij nog een berg over met dezelfde haarspeldbochten met hoge afrastering dus ook met mijn hoogtevrees goed te doen, door een canyon de kustweg weer op, op zoek naar Fazayat beach en kom aan de andere kant in een meer groene omgeving. Hier rij ik een stuk naar beneden, maar aangezien ik geen 4 x 4 heb en ik me op een steile grind off road bevind, keer ik om en rij ik op hoop van zegen terug naar boven. Ik probeer het via de verharde weg, maar helaas. Let trouwens wel goed op je snelheid, overal staan snelheidscamera’s.
Ik wil ook nog twee wadi’s bekijken rondom Salalah, dus ik besluit de anderhalf uur terug te rijden. Onderweg zie ik een grote parkeerplaats op de rand van een berg, terwijl ik parkeer en uitstap zie ik de Shaat hidden beach liggen, een prachtige azuurblauwe baai met spierwit zandstrand. Check! Ik rij verder en zoekend naar de Ain Garziz (een prachtig meertje met een grot), maar hoe ik rij, ik kom er niet. Wel kom ik ineens de toffe lounge bar The View tegen waar ik een mierzoete koffie drink, op handen wordt gedragen door de mannen daar en een pak koekjes krijg, want broodjes hadden ze niet. Terug op de weg vind ik Ain Razat, een helaas bijna uitgedroogde wadi met een grot. Het wemelt er van de picknickers en de kamelen. Het is weelderig, groen en besluit in de schaduw met het geluid van water de rest van mijn koekjeslunch op te eten. De andere wadi, Ayn Hamran, is helaas compleet uitgedroogd.
Onveilig, een keer
Terug in Salalah kom ik erachter dat ik mijn iPhonekabeltje kwijt ben. Ik ga de stad in. Salalah kent vele winkelstraten met alleen maar dezelfde producten per winkelstraat. Da’s lastig kiezen in een kilometer lange straat voor telefoonspullen. Ik rij een vrije parkeerplek op en het moment dat ik uitstapte, voelde ik een schimmige sfeer ontstaan. Ik was de enige vrouw op straat, blond, lang, degelijk gekleed, maar misschien toch net de onthullend qua pasvorm. Fluiten, opmerkingen en zelfs stil blijven staan. Een jongen van de winkel waarvoor in geparkeerd stond, kwam me zelfs halen en leidde me de winkel in. In de winkel vol respect, maar er werd toch wel even raar gekeken dat ik zomaar alleen binnenkwam om 20 u ’s avonds. De jongen begeleidde me in opdracht van de eigenaar terug naar de auto. Ik wilde nog pinnen, maar dat liet ik maar even gaan. Dit is eigenlijk de enige keer dat ik me onveilig heb gevoeld.