Eindeloze wolkenkrabbers, glimmende sportwagens, dure hotels, stinkend rijke sjeiks en eindeloos veel luxe. In Abu Dhabi is niets overdreven. Een reis naar deze wereldstad is een reis zonder grenzen: alles is er mogelijk. Abu Dhabi is over de top.
1958 is een doorslaggevend jaar voor Abu Dhabi. Na twintig jaar zoeken wordt er eindelijk olie gevonden in het emiraat. Vanaf dat moment verandert Abu Dhabi razendsnel. Er komen verharde wegen. Woningen worden uit de grond gestampt. En in de hoofdstad komen de eerste wolkenkrabbers. Het is het begin van een stralende metropool.
Abu Dhabi is inmiddels het rijkste emiraat. De gelijknamige hoofdstad is een van de bekendste van de regio. Momenteel heeft de stad aan de Perzische golf meer dan een miljoen inwoners. 80 procent daarvan is buitenlander. Vooral expats trekken naar Abu Dhabi. Aan het hoofd van het emiraat staat Khalifa bin Zayed Al Nahayan. Hij is de emir van Abu Dhabi en ook de president van de Verenigde Arabische Emiraten. Naast het emiraat Abu Dhabi vallen daar ook 6 andere emiraten onder, zoals Ajman, Sharjah en de bekendste: Dubai.
Het kleine broertje van Dubai
Meer dan 50 jaar na de eerste olievondst is Abu Dhabi een adembenemende stad met eindeloos veel weelde. Hier speelt geld geen rol. De wolkenkrabbers reiken tot ver in de hemel, snelle sportwagens scheuren door de stad en shoppen doe je hier in glimmende winkelcentra. Je komt het allemaal tegen als je een stukje door de stad rijdt. Aan alles is te zien dat Abu Dhabi zijn uiterste best doet om op te boksen tegen zijn grote broer Dubai. En dat lukt. De stad loopt gemiddeld zo’n tien jaar achter, maar komt steeds meer in de buurt. Met grote projecten, zoals de bouw van een nieuwe luchthaven en het Louvre, creëert Abu Dhabi een eigen imago.