New York spreekt enorm tot de verbeelding. Niet voor niets is deze metropool het decor voor menig tv-serie en film. De stad leeft en alles is zoals je het voorstelt: de ontelbare gele taxi’s (zo’n 13.237), fietskoeriers, hotdogkraampjes en de enorme hoeveelheid winkels. Paard met wagen door Central Park (maar dat is eigenlijk alleen voor de toeristen) op straat massa’s mensen, enthousiast toeterend verkeer en om de haverklap gillende brandweer- en politiesirenes.
Dag of nacht, de stad leeft. Fascinerend is dat ondanks de continue dynamiek van de stad, de stad ook een enorme rust uitstraalt. Time Square uitgezonderd. Hierdoor hoef je je geen moment opgejaagd te voelen. De sleutel lijkt efficiëntie.
Dit begint al bij de indeling van de metropool. De Amerikaanse stad is extreem overzichtelijk. De brede straten (met dito stoepen) veranderen niet van naam wanneer de ene straat overloopt in de andere en hebben geen verwarrende zijstraatjes of andere doolhofachtige indelingen.
Bijna alle verticale straten lopen van noord tot zuid en hebben namen als First, Second en Fifth avenue. Uitgezonderd Park Avenue, Madison Avenue en Broadway. De horizontale straten, veelal namen als 14th street, lopen van oost naar west en je weet altijd aan welke kant je zit omdat het er gewoon bijstaat. Hierdoor is het zelfs als argeloos ronddwalende toerist altijd makkelijk om de weg terug te vinden.