Eindpunt Fornalutx
Na deze stop pakken we de draad van de tocht weer op en we komen door prachtige gerestaureerde dorpjes met onuitspreekbare namen als Biniaraix en Binabassi. De vallei is schitterend en we lopen hoger en hoger en voordat we het weten staan we al in Fornalutx. We hebben inmiddels geleerd om eerst de bustijden goed te checken en zien dat er om 13.15 en 18.15 uur een bus gaat. Het is nu half drie. Dat heb je in de dorpjes waar de toeristen het nog niet hebben overgenomen en wat ik juist zo charmant vind. Lang leve de siësta, eerst heerlijk bijkomen op een zonnig terras. We wandelen nog wat door het fotogenieke dorpje wat eigenlijk geen straten heeft maar alleen trappen en bellen een taxi, deze keer komt ie wel gewoon op het afgesproken tijdstip, voor 16 euries zijn we weer terug in Port de Sóller.
Chopin in Valldemossa
De volgende dag proberen we alsnog naar Cala Deia te gaan, maar dan met de auto. Helaas kwamen we geen afslag tegen, achteraf lees ik dan weer dat je een afslag naar restaurant Lluc moet volgen. Tja, toen waren we al een half uur verder. Dan maar door naar een andere trekpleister: Valldemossa, ook vanaf hier kan je prachtige wandelingen maken, maar je moet niet overdrijven met de dames. We slenteren wat door de bloemenstraatjes. Het dorpje is beroemd omdat de componist Chopin een tijdje in het klooster verbleef samen met zijn vriendin, de schrijfster George Sand. Ook voor veel eilanders is het een dagtocht waard vanwege de geboorteplaats van de Spaanse heilige Santa Catalina. Op iedere gevel kom je een wel een tegeltje tegen met haar afbeelding.
Ook de tocht naar Port Valldemossa doen we met de auto en dat was een van mijn betere plannen. Wat een eng smal kronkelweggetje is dit, wat dan ook nog gedeeld moet worden met tegenliggers en de vele wielrenners om uiteindelijk beneden te komen bij een piepklein strandje, waar dan gelukkig weer wel prachtige foto’s gemaakt kunnen worden.
Het strand van Banyalbufar
Het laatste bergdorpje wat op mijn verlanglijstje stond deze week is Banyalbufar, want hier zou ook een strandje met een waterval zijn. Rare combinatie maar goed, wel zo bijzonder. We lopen het lange super steile pad af richting strand en worden daar verrast met….niks, alleen zee en keien. Ik heb me niet geliefd gemaakt bij de dames omdat je ook beneden kon parkeren en wij weer helemaal terug naar boven moesten klimmen. Had moeders toch nog haar zin en een hike te pakken. Om het goed te maken trakteer ik onszelf op een lunch in restaurant Bellavista, iets boven het budget maar met een prachtig uitzicht over zee en meer dan heerlijk eten. Zo was iedereen ook weer blij.