De mijn van Rammelsberg
De Rammelsbergmijn is een van de weinige mijnen in de wereld die meer dan duizend jaar in werking is geweest. En dan wordt het 1988, het jaar waarin de laatste mijnwerkers terugkeerden uit de tunnels. Het definitieve moment van de sluiting. De berg is uitgeput en ontdaan van haar rijkdom. Iedereen die je hier spreekt is trots op die tijd. Stoere mannen die 8 tot 12 uur diep onder de grond in het kilometers lange mijnenstelsel hun werk deden. Van vader op zoon en zo eeuwen lang. Als je er staat voel je dat, het is een bijzondere plek met waarschijnlijk nog veel meer bijzondere verhalen.
Vandaag is het grote complex een mijnmuseum en is voor bezoek geopend. Bijna dagelijks zijn er verschillende soorten rondleidingen en bevinden zich in de bijzondere gebouwen een aantal tentoonstellingen. Sinds 2010 staat de Rammelsbergmijn samen met het Oberharzer Wasserwirtschaft als een van werelds grootste pre-industriële systemen voor energievoorziening op de lijst van het UNESCO Werelderfgoed.
Als je de trappen van het gebouw waar alle mijnwerkers naar binnen gingen oploopt ruik je en voel je bijna de sfeer uit de tijd dat de mijn nog open was. Geen opsmuk, geen nutteloze ruimte, een industrieel en functioneel gebouw waar je je ogen echt uitkijkt. Direct na de ingang komen we in de hal die misschien nog wel meer dan de ruime en lange mijngangen maakt. Noem het de garderobe van de mijnwerkers. Geen kastjes geen stoelen maar een bijna macaber gezicht van hangende kooien met de kleding van de laatste mijnwerkers van de Rammelsbergmijnen. Onaangetast, ze zijn uitgedaan, weer omhoog gehesen en hangen er nu als stille getuigen.
In die tijd was alles functioneel, op deze manier was er minder kastruimte nodig en grote ventilatoren met warme lucht zorgen bovenin de ruimte dat de kleding een dag later weer droog was, niet schoon.