Frankrijk is en blijft een van mijn favoriete vakantielanden. De zomervakanties met mijn ouders en broers op campings in de Dordogne, later ons eigen huis in de Dordogne, voor het eerst ‘alleen op wintersport’ met vrienden naar Alpe d’Huez, ontelbare stedentrips naar Parijs, wijn proeven in Bourgondië: het is voor mij onmogelijk om een favoriete vakantieherinnering in Frankrijk te kiezen. Er is gewoon heel veel in dit land dat mij aanspreekt: het klimaat, de natuur, het eten (+wijn) en de sfeer die in kleine Franse dorpjes hangt. J’adore. Maar het is een groot land, je bent dus ook nooit uitgekeken in Frankrijk, er zijn nog zoveel stukjes te ontdekken.
Een van die regio’s die eigenlijk niet zo bekend is – of in ieder geval bij mij niet – is de Loire. De Loire is niet alleen de langste rivier van Frankrijk, met de beroemde vallei met kastelen, er is ook een regio die deze naam draagt: precies tussen Clermont-Ferrand en Lyon in. Het leuke aan de Loire is dat het op gebied van toerisme nog redelijk onontdekt is, en dus is het er écht genieten!
Met de trein naar de Loire
Normaal gesproken pak ik de auto om naar Frankrijk te gaan. Vanuit Breda – waar ik woon – voelt het alsof Parijs op steenworp afstand ligt, maar dat komt waarschijnlijk omdat ik het stuk al zo vaak heb gereden. Om de Loire te verkennen nemen we de trein – we reizen met de Thalys, die je kunt boeken via voyages-sncf – en dat is ontzettend goed bevallen! Vanuit Brussel-Zuid vertrekt er dagelijks een trein richting Montpellier die ook stopt in Lyon. In minder dan 3,5 uur ben je dus al met de Thalys in de buurt van de Loire. Reizen met de trein is gewoon heel erg comfortabel: de stoelen zitten lekker, je hebt ruimte genoeg en kunt de hele reis relaxen, muziek luisteren of een boek lezen. Je komt echt helemaal uitgerust aan, dat is wel even wat anders dan zo’n 900 km zelf moeten rijden. Op het station van Lyon nemen we een huurauto, het is dan nog een uurtje naar Saint-Paul de Vézelin, in het midden van de Loire.