Wil je Afrika leren kennen, maar weet je niet waar je moet beginnen? Dan is een reis naar Gambia een leuke eerste bestemming. Gambia heeft zon, zee, strand én cultuur. Je kunt er genieten van het exotische klimaat en tijdens uitstapjes naar het binnenland kennis maken met de Afrikaanse cultuur.
Niet voor niets heeft Gambia de bijnaam ‘The Smiling Coast’ gekregen. Gambianen zijn heel vrolijke mensen. Ze zijn hartelijk, lachen veel en hebben altijd tijd voor een praatje. En bovendien is het land heel kleurrijk. De jurken van de vrouwen, de vissersboten, de bloemen en de exotische vogels: alles ziet er super mooi uit dankzij de felle, vrolijke kleuren. Vergeet je camera dus niet, er zijn zoveel mooie dingen om op de foto te zetten!
Gambia is een klein Afrikaans land met een tropisch klimaat en een exotische bevolking. Het ligt maar op zes uur vliegen van Amsterdam en het tijdsverschil is twee uur. Een jetleg blijft je dus bespaard! Gambia heel klein, smal en lang en ligt in het midden van Senegal. Maar de westkant ligt aan de Atlantische oceaan. Daar vind je de fijne stranden, leuke restaurantjes en steden als Serrekunda en Banjul. Het binnenland van Gambia is helaas een beetje saai. Het landschap is droog en vlak. Gambia is zelfs nog platter dan Nederland. Het is daarom het leukst om te verblijven aan de westkust van het land. En omdat Gambia zo klein is, ben je weinig tijd kwijt als je toch besluit een dagje het binnenland in te gaan.
Gambia heeft ook een minder mooie kant: het land is ontzettend arm. Toerisme is een heel belangrijke inkomstenbron en dat begrijpen de Gambianen in de toeristische gebieden helaas heel goed. Het is niet voor niets dat ze zo graag praatjes met je maken: ze vragen je uiteindelijk altijd om geld. Heel eerlijk; na een paar dagen wordt dat wel een beetje vervelend. Je kunt er eigenlijk nooit een uurtje rustig over het strand kunt lopen, zonder dat je gestoord wordt. Gelukkig zijn er genoeg plekken te vinden waar de mensen je met rust laten. Als je een iets minder toeristisch strandje opzoekt, kun je in alle rust genieten.
Maak kennis met Afrika
Als je al eerder mooie reizen door Afrika hebt gemaakt, is Gambia een beetje saai. Zoals gezegd is het landschap niet zo spectaculair en ‘The Big Five’ ga je hier ook niet vinden. Die hebben het land allang verlaten. Maar ben je nog nooit in Afrika geweest en wil je de cultuur leren kennen, dan is Gambia perfect.
Serrekunda
Bezoek bijvoorbeeld de lokale markt van Serrekunda. Daar kijk je je ogen uit. In de smalle straatjes staan de kraampjes boven op elkaar gepropt. Het is er een grote chaos, maar het is heel erg leuk om te zien. Dit is de plek waar de locals hun boodschappen doen. Specerijen, vis, fruit, groenten en zelfgemaakte pindakaas vind je hier. De Gambianen proberen hun spulletjes te verkopen en de kletsen bij onder de parasols, terwijl de vrolijke kinderen je aanklampen en je alles willen laten zien. Wel is het is verstandig om een gids mee te nemen: voor je het weet ben je in dit doolhof de weg kwijt.
Tanji vismarkt
Wat je echt niet mag missen is de vismarkt in Tanji. Rond half vier ’s middags komen de vissers na een dag hard werken terug naar de kust. De vrouwen verzamelen zich op het strand om de buit van hun mannen in ontvangst te nemen, zodat ze het nog vers kunnen verhandelen. Je zit hier honderden vissersmannen, vrouwen, boten, kruiwagens vol vis en schreeuwende zeemeeuwen. Dat allemaal bij elkaar zorgt voor een oorverdovend lawaai. Je kijkt je ogen uit. Alle vissersboten zijn met de hand beschilderd, allemaal met prachtige kleuren. Net als de jurken van de vrouwen. Als je ergens goede vakantieplaatjes kunt maken, is het wel op deze vismarkt.
Makasutu
Heb je zin in een rustige dag in de natuur? Ga dan naar een van de natuurparken, zoals Makasutu. Je kunt er een rustige boottocht maken in een boomstam over een van de vertakkingen van de Gambia rivier – die dwars door het land loopt. Of maak een lange wandeling door het begroeide bos. Onderweg kom je leguanen en grote groepen bavianen tegen. Ook is de kans groot dat je een Gambiaan tegenkomt die in de toppen van de palmbomen palmwijn maakt. Leuk om eens te proberen, maar pas heel erg op. De Gambiaase palmwijn heeft als bijnaam ‘Kill me Quick’ en dat zegt eigenlijk wel genoeg: het is super sterk. Na afloop kun je onder een van de houten parasols een Yassa kip eten -een beroemde stoofpot- en bijkomen van de palmwijn.