2. De pas erin
Minder een adrenalinekick, maar wel een test voor je uithoudingsvermogen is een driedaagse trekking in de omgeving van Chiang Mai. Zorg dat je stevige schoenen aan hebt, want in het bergachtige gebied heb je aan je slippertjes niet genoeg. Zeker als het flink geregend heeft en stukken van het pad weggeslagen zijn in een landslide, ben je blij met een beetje profiel onder je voeten. Fijn dat er af en toe een waterval is om een duik in te nemen, want ook de hitte en hoge luchtvochtigheid zijn een aanslag op je energie. Wat krijg je ervoor terug? Prachtige uitzichten over nog echt ongerepte natuur: groene heuvels, rijstvelden en dorpen waar stromend water een luxe is, en iedereen gewoon in de rivier een ‘douche’ neemt. Leuk dat je juist in zo’n dorp gaat overnachten. Gewoon in een bamboe hutje, zoals iedereen daar doet, na een maaltijd die bereid is op een houtvuurtje.
3. Less is more
Onder de indruk van de Thai die vaak met veel minder toekunnen dan wij? Probeer maar eens of je het ook in je hebt door een nacht te slapen in een huisje, drijvend op een junglemeer. Meer dan een olielamp, een slaapmat en een kano heb je niet om je te vermaken, maar al snel blijkt dat je ook niets anders nodig hebt. De dag begint met een frisse duik in het meer, om vervolgens in je kano naar de oever te peddelen en de jungle af te speuren naar exotische vogels en aapjes. Niet bang voor vleermuizen? Peddel dan ook eens een grot in: fantastische klaksteenformaties, tot in de nok bezaaid met de gevleugelde diertjes. Als de avond valt en je niet verder kan kijken dan de lichtcirkel van je olielamp, hoor je hoe de nachtdieren de jungle overnemen. Getsjirp, geknars, geritsel en gegrom. Dat is nog eens back to nature.