Storm op zee…
Tijdens de tweede nacht gaat het mis. De wind neemt in korte tijd flink toe en verandert bovendien iets van richting. De automatische piloot blijft windshifts aangeven, wat betekent dat het moeilijker wordt voor de boordcomputer om de ingestelde koers aan te houden. We dragen vrij veel zeil en het voelt alsof de zee baas is over de boot in plaats van andersom. We besluiten de kapitein wakker te maken. Hij past de koers iets aan en verzekert ons dat ook deze wind vanzelf voorbij zal razen. Als hij vervolgens nog even naar de lucht en de zeilen staat te kijken, breekt de spinnakkerboom. De spinnakkerboom is een paal van een meter of acht lang. De genua begint hard te klapperen en de andere twee bemanningsleden klimmen bezorgd het dek op. Al schreeuwend worden er orders uitgedeeld, chaos heerst. We draaien twee stormrondjes waarbij de giek op een haar na twee hoofden mist. Na een minuut of vijftien is de boot weer onder controle.
Het leven op een boot is als een micro-samenleving. Als iemand zich niet goed voelt dan is de balans weg. Het is dus zaak dat alles direct besproken wordt, anders hou je het geen drie weken vol met elkaar. De volgende ochtend doorlopen we de voorgaande nacht. Wat ging er mis, hadden we dit kunnen voorkomen, wat leren we hier uit? We besluiten de competitiviteit die deelname aan de ARC met zich meebrengt, ook al is het geen wedstrijd, te negeren. Met een crew waarvan de helft niet bijster ervaren is, is het belangrijker om in één stuk aan te komen in plaats van een hoge plaats in het eindklassement te behalen. Voortaan reven we de zeilen bij zonsondergang en houden de vrouwen samen wacht.
De zee en de wind laten zich nog even van hun wilde kant zien, waarna we de Canarische acceleratiezone en het hevige weer definitief achter ons laten. Binnen no time wordt duidelijk hoe onze dagen er de komende 2,5 week uit zullen zien. ’s Ochtends drinken we samen koffie. Als er geklust moet worden, gebeurt dat voor de lunch die de vrouwen rond het middaguur op tafel dienen te zetten. We doen een middagdutje, lezen wat, nuttigen om vijf uur een borreltje. Na het avondeten gaat iedereen snel bedwaarts aangezien de nachtrust onderbroken zal worden door een wacht van twee uur. Misschien heb ik het leven op zee te veel geromantiseerd, maar als dit meer dan twee weken duurt, voorzie ik verveling…