Samen met mijn collega fietsers ga ik aan de rand van de
afdaling staan. Met een bemoedigende ‘GO’ storten we ons naar beneden. De
snelheid neemt direct toe en met name op het eerste harde deel neemt de
snelheid snel toe. De eerste bocht is meteen lastig en het is belangrijk dat je
de goede lijn hebt, dit betekent net als bij het motorcross de voorgereden
sleuven. Al mijn mountainbike stuurtechnieken van het parcours in Dorst en de
Drunense Duinen kunnen overboord. Dit is overleven in de bocht en je voeten
niet aan de grond zetten. De eerste bocht ontkom ik er echter niet aan, vol in
de remmen en voeten aan de grond! Dit moet beter de rest van het parcours, want
4 km gaat op deze manier een dag duren.
Vol overgave stort ik me richting bocht twee. De snelheid
neemt weer toe, de controle is er, maar ook zo weer verdwenen. Zachte diepe
sneeuw zorgt ervoor dat ik net zoveel controle houd als een hovercraft die
haaks de bocht om moet. Na 50 meter snelheid maken raak ik volledig de grip
kwijt en duikel ik voorover de sneeuwrand in. Er is fysiek niets kapot, maar
mijn ego is volledig gebroken. De glimlach is echter niet van mijn gezicht te
krijgen. Dit is gaaf!
Na mijn spectaculaire val ben ik mijn dieptepunt voorbij en
begin iedere bocht beter af te dalen. De diepe sleuven in de bochten geven
genoeg grip en op het rechte stuk is het zoeken naar de beste lijn en balans
tussen voor- en achterwiel goed afstemmen. De afdaling is overal ongeveer even
stijl en aan het einde zijn er een aantal rechte stukken waar je echte lekker
door kunt rijden. Hoewel ik niet verder dan een maximum snelheid van 43 km/h
kom zijn mijn collega fietsers tot snelheden van 60 km/h gekomen.
Eenmaal over de finish ben ik een liter vocht kwijt en ben
ik bang dat ik toch spierpijn ga krijgen.