4. Go slower!
Na een stuiterende tocht over een knalblauwe zee zet ik onvaste voet aan wal op het tropische eiland Caye Caulker. Het beroemde “Go Slow” geldt blijkbaar niet voor kapiteins van motorboten. Terwijl ik over de zandweg slenter doemt er een fiets naast me op in een tempo waar ik alleen maar respect voor kan hebben. Een normaal mens zou al drie keer omgekukeld zijn.’Girl, you are going too fast, you’re giving me a headache!’ Ik kijk opzij en besef dat hij het tegen mij heeft. Zachtjes mompel ik een excuus en slenter langzamer verder. Niet genoeg. ‘Please girl, Go Slow’ Nu schuifel ik met de snelheid van een 90 jarige, herstellende van een heupoperatie. Tevreden slaat de man slingerend een zijstraat in.
5. Visje kijken, visje eten
Met een enorm koraalrif voor de deur zijn de Belizeaanse cayes een snorkel en duikparadijs. Op de zeilboot zie ik zeeschildpadden en een kleurrijk oerwoud aan koraalrif onder me langs schuiven. De onderwaterwereld is zo divers en verbazingwekkend mooi dat ik tijdens ht snorkelen niet weet waar ik moet kijken. Terwijl ik scholen barracuda’s ontwijk, zwemt een grouper zo groot als een kleuter kalm voorbij. Na twee prachtige snorkelplekken, sta ik in ondiep water met tientallen haaien en roggen om me heen. Volledig onschuldig, is me verzekerd. Met de zon in de rug en een meer-rum-dan-punch-rumpunch in de hand zeilen we terug naar het eiland, waar de barbecues al heet zijn. De kreeft en grouper die we vanmiddag hebben gezien gaat zonder pardon op het vuur en wordt weggewerkt met knoflookboter, kokosrijst en coleslaw. Eten doe je op het strand of aan de schommel-bar. Laat die zon maar ondergaan, ik ben voorlopig nog niet weg.