Mont Saint-Michel bezoeken: dat voel je in je benen
Het schiereilandje zelf is prachtig. Je moet wel klimbenen hebben wat het is een lange weg omhoog via smalle straatjes en trappen, veel trappen. Bij de entree van Mont Saint-Michel is het druk met fotograferende mensen met digitale camera’s, smartphones en iPads. Eenmaal door de poort zijn de eerste honderden meters vooral toeristisch met winkeltjes en restaurantjes.
Daarna wandel je richting de abdij. Het is het gezicht van deze bijzondere lokatie en wordt van dichtbij nog mooier. Je moet echt blijven doorklimmen want anders mis je het mooiste deel van Mont Saint-Michel. Als je uiteindelijk de rood verlichte ingang naar het klooster in gaat, moet je nog even wat trappen nemen om bij de ‘reception’ te komen. Vanaf hier moet je betalen om verder te mogen. Dat is echt aan te raden omdat vanaf dit punt het pas echt geweldig gaat worden.
Binnen in de abdij word ik verrast door de vele ruimtes, zalen, slimme doorsteekjes, trappen, licht, muziekanten en de bijzondere sfeer die er hangt. De ene zaal is nog mooier dan de andere. Een bezoek aan Mont Saint-Michel is het mooiste op tijdstippen vroeg in de avond. Het is er dan namelijk veel minder druk en door de lage zon krijg je bijzondere lichten door de smalle ramen. Uit het niets loopt je dan ineens tegen klassiek geschoolde muziekanten aan die mooi uitgelicht in de bijzondere ruimtes zitten te spelen. De sfeer is echt heel apart, net als de akoestiek die er lijkt te zijn. Door het labyrint en het bijzondere gangenstelsel hoor je soms één ruimte verder al niets meer van de muziek.
Veel ruimtes zijn verlicht met gekleurde lampen die bijdragen aan de mystiek die er hangt. Dit is een bijzondere plek en een bijzondere abdij.