Als ik aan Zeeland denk, dan denk ik aan Domburg waar ik al van kinds af aan kom. Aan Middelburg en Zierikzee, leuke en gezellige stadjes voor zonnige zondagen. Zoveel mooie herinneringen waarin steevast het grootste deel van Zeeland wordt overgeslagen: West Zeeuws-Vlaanderen. Simpelweg omdat ik er niet vaak kom, het is de meest zuidwestelijke uithoek van Nederland. Hoogste tijd dus om dat te veranderen: we gaan roadtrippen.
Omringd door zeewater en België is het kustgebied van West Zeeuws-Vlaanderen absoluut uniek te noemen. Zodra je de Westerscheldetunnel uitkomt, komt de rust je letterlijk tegemoet. Op de wegen is weinig verkeer, het uitzicht over de weilanden lijkt eindeloos. Je zult zeker ook af en toe glimlachen om plaatsnamen als Turkeye, Waterlandkerkje, Nummer Eén en Retranchement. En het leuke is, dat dit stukje Nederland relatief onbekend is. Er is dus van alles te ontdekken.
Hoewel Zeeuws-Vlaanderen een grote regio is, rijden wij naar de kust. Aan zee, maar zeker ook het gebied dat nét achter de duinen ligt, is de perfecte plek voor een mini-roadtrip. Afstanden zijn kort en dus kun je veel zien en doen in drie dagen. Let’s go!
▸ Tip: 12 onmisbare tips om te doen in West Zeeuws-Vlaanderen lees je hier!
En kijk voor informatie over deze regio op de website van Gastvrij Zeeuws-Vlaanderen.
Grote steden ga je in West Zeeuws-Vlaanderen niet tegenkomen. Wel leuke dorpen en kleine steden, zoals Oostburg, waarvan de geschiedenis een behoorlijk eind terug gaat.
Opvallend in Oostburg is de watertoren: omdat het landschappelijk hier heel vlak is, zie je deze al van een afstand opdoemen. Niet alleen omdat het veruit het hoogste gebouw is (45 meter hoog), maar zeker ook om het opvallende schilderwerk aan de buitenkant. Het is gemaakt door Johnny Beerens uit Breskens en moet je van een afstand laten denken dat er ‘grote hoeveelheden water uit het gebouw stromen’.
Deze watertoren van Oostburg kun je ook beklimmen. Het uitzicht bovenop is mooi. Op heldere dagen (en met een beetje goede ogen) zie je de kustlijn, de kerktorens van Brugge en de ‘skyline’ van Vlissingen. Op de website van Watertoren Oostburg is te lezen hoe je deze kunt bezoeken.
En het is ook de perfecte plek om te overnachten. Tegen de toren aan ligt namelijk Bed & Breakfast Onder de Watertoren. Er is een mooie tuin, gezellige kamers en een zeer uitgebreid ontbijt. Er zijn slechts 4 gastenkamers te boeken en deze B&B krijgt altijd hoge reviews: op tijd boeken dus als je hier wil slapen.
Wil je het stadje Oostburg in en heb je zin om wat te eten? Dan is Restaurant Eigenwijs een aanrader: lekker eten in een gezellige setting.
Hoewel West Zeeuws-Vlaanderen weinig écht bekende plekken heeft, gaat er bij de meeste mensen bij ‘Sluis’ wel een belletje rinkelen. Een sfeervol stadje dat vakantiegangers goed weten te vinden. Google Maps om het centrum te vinden heb je hier niet nodig, je wordt vanzelf de winkelstraten in gezogen.
Sluis was vroeger een vestingstadje en daar zie je nog aardig wat van terug. En ook om het Belfort kun je niet heen: de oude wachttoren uit de middeleeuwen die boven de gezelligheid uitsteekt. Tegenwoordig zit er een museum in. Het is heel tof om het Belfort te beklimmen: via een smalle trap kun je omhoog voor het beste uitzicht over het stadje.
Zin in een lekkere lunch? Ga voor de garnalenkroketten – een lokale specialiteit – van Hotel Sanders de Paauw. Van hieruit wandel je zo het stadje in.
Rondom Sluis lopen mooie, oude stadswallen die je allerlei mooie doorkijkjes bieden. De wallen van Sluis zijn gebouwd om het vroeger behoorlijk actieve handelsstadje te beschermen.
Doe je de complete wandeling, dan is het een route van 4,5 kilometer die je deels ook door het stadje zelfs leidt. Al kun je de route ook iets inkorten. Ik zou de lange route doen, want de natuur rondom Sluis is groen en bijzonder fraai en wil je niet missen.
▸ Tip: Ook door Sluis loopt een klein stukje van de beroemde pelgrimstocht Camino de Santiago. Hier vind je het stukje van de route van Sluis naar Damme in België.
Of Sint Anna ter Muiden nu écht het allerkleinste stadje van Nederland is, valt te betwisten – er zijn meer kapers op de kust. Maar feit is wel dat dit piepkleine gehucht in West Zeeuws-Vlaanderen een van de kleinste ‘steden’ van Nederland is. In 1242 kreeg Sint Anna ter Muiden stadsrechten. Al is er nu niets stedelijks meer aan.
Het is een heel leuk plekje om doorheen te wandelen: beeldschone, oude pandjes, mooi aangekleed met bloemen en planten en een wapperend stadswapen. Meer is het niet, maar Sint Anna ter Muiden blinkt uit in eenvoud.
Het ligt om de hoek bij Sluis, dus rijd er zeker even langs als je deze regio aan het ontdekken bent.
▸ Tip: Het beste uitzicht op Sint Anna ter Muiden heb je vanaf de 14e-eeuwse kerktoren van de Hervormde kerk. Die kun je op afspraak en onder begeleiding beklimmen. Deze toren is een rijksmonument, dus dat kan ook op de Open Monumentendag of op archeologiedagen.
Dorpen met opvallende plaatsnamen zijn er in West Zeeuws-Vlaanderen volop. Zo ook Retranchement. Over de dijken en weides van Retranchement loopt een mooie wandelroute van 3,7 kilometer. Een heerlijk rustige wandeling met uitzichten die typisch zijn voor deze regio. Je kijkt uit over knotwilgen en weilanden met grazende koeien: het is bijzonder rustgevend.
Via het Zwin en Cadzand kom je uit bij een uniek stukje natuur: de Verdronken Zwarte Polder. Voor vogelspotters is dit een bijzondere plek. Lang geleden is deze polder ook echt volledig ondergelopen en nog steeds stroomt het water hier in en uit.
Via een prachtig duinpad met houten vlonders kun je door het gebied wandelen. Wil je wat meer weten over bloemen, planten en vogels, ga dan mee met een wandeling met een gids. Ik deed dat ook en het is opvallend hoeveel meer je dan ziet. En zeker zo opvallend is hoeveel verschillende soorten bloemen en planten hier in een klein stukje Zeeuwse natuur te vinden zijn. Met het unieke zanggeluid van de nachtegaal op de achtergrond is dat echt een aanrader.
Naast Sluis ken je Breskens vast ook wel: misschien wel van de veerverbinding met Vlissingen. Hét icoon van Breskens is de vuurtoren, die al sinds 1867 de scheepvaart in het gebied helpt navigeren. Een fijne plek voor een strandwandeling of om van de zonsondergang te genieten. En het leuke is dat je de vuurtoren van Breskens ook kunt beklimmen. Kijk even op de website voor de openingstijden, want dat kan niet het hele jaar door.
▸ Tip: wil je bijzonder overnachten, kies dan voor Hotel De Milliano, volledig ingericht in nostalgisch jaren ’60 design. De kamers zijn behoorlijk ruim en kijken uit op de Westerschelde. En de allerbeste reden om hier te slapen: het uitgebreide ontbijt wordt op je kamer gebracht!
Via een mooi duinpad kun je lopend richting het strand. Absoluut een aanrader om te doen. Reserveer dan meteen een tafel bij Loods Tien, een van de leukste strandtenten aan de kust van West Zeeuws-Vlaanderen, waar natuurlijk alle klassiekers van de Zeeuwse keuken op de kaart staan.
De laatste stop van deze mini-roadtrip door West Zeeuws-Vlaanderen is Het Vlaemsche Erfgoed in Groede. In dit bijzondere straatje ga je even terug in de tijd, naar Groede anno de eerste helft van de 20e eeuw.
Het leuke is dat dit museum een heel straatje is, met pittoreske pandjes en ambachtelijke winkeltjes.
In de Erfgoedwinkel kun je een kaartje kopen waarmee je toegang hebt tot alle winkeltjes en musea in de straat. Sowieso leuk om even doorheen te lopen.
Na drie dagen roadtrippen door West Zeeuws-Vlaanderen kun je wel zeggen dat dit deel van Zeeland verrast. Misschien is het de relatieve onbereikbaarheid waar lange tijd sprake van was (nog voor de tunnel er lag), maar de massa lijkt deze plek nog steeds niet te hebben ontdekt. En eigenlijk is dat gewoon perfect. Een stukje Nederland waar je compleet tot rust kan komen, waar je je heel goed kunt vermaken aan het strand en in de dorpen daarachter, en van waaruit je altijd snel weer thuis bent. In een druk leven is dat precies wat je nodig hebt. Op naar het Zeeuwse Zuiden dus.