Er zijn een paar plekken op de wereld die je doen voelen alsof je niet langer op aarde rondloopt, maar op een planeet hier heel ver vandaan. Salar de Uyuni in Bolivia is zo’n plek. Deze surrealistische hagelwitte vlakte, was lang geleden een groot zoutwatermeer. Nu is het een witte woestijn met tien miljard ton zout, verspreid over een gebied van 12.000 vierkante meter.
Salar de Uyuni kent twee seizoenen: het regenseizoen van december tot en met april en het droogseizoen de rest van het jaar. Elk jaar tijdens het regenseizoen ligt er dun laagje water over de zoutvlakte. Het water werkt als een soort spiegel en reflecteert de wolken, horizon en iedereen op de zoutvlakte. Een onwerkelijk gezicht.
Volgens onze gids is mei de allermooiste maand om de zoutvlaktes te bezoeken. Dan ligt een deel van de zoutvlakte nog onder water en het overige deel is een oneindige woestijn.
Kerkhof van treinen
Onze reis begint bij het treinenkerkhof. Hier vind je de overblijfselen van de treinen die in 1888 door de Britten naar Uyuni zijn gebracht. Vanaf eind 19e eeuw tot 1940 werden deze treinen gebruikt om gewonnen mineralen uit het hoge Andesgebergte naar de havens aan de Stille Oceaan te vervoeren. In 1940 stortte de mijnindustrie in en daarmee ook de handel. De treinen zijn verlaten achtergelaten net buiten Uyuni. Nu kan je wat hiervan over is gebleven op dit treinkerkhof bewonderen en beklimmen.