Cognac
Iets verder met de auto, maar zeker de moeite waard, is de streek Cognac. Waar duizenden kleine boertjes de wereld voorzien van okerkleurige, frisse, maar toch kruidige drank. Maar wist je dat we die cognac eigenlijk aan ons te danken hebben? Honderden jaren geleden waren het de Nederlanders die wijn uit Charentes meenamen, om die vervolgens op te stoken om te reduceren. Goedkoop in de transport, aanlengen met water, et voila. Maar de eaux-de-vie bleek zo in trek te zijn dat er mee werd geëxperimenteerd en geconserveerd in grote, eikenhouten vaten. Het verhaal gaat zelfs de ronde dat een ridder, Chevalier le Croix Broin het eerste residu van 27% verder op ging stoken, nadat hij een – laten we zeggen – inzicht gevende droom had ervaren. De Engelsen gingen er prat op – uiteraard – maar ook werd de rest van het westen aangestoken met deze inspirerende drank. Er werd gestookt, er werd bewaard en aroma’s ontstonden. Naarmate de jaren vorderden en de cognac-in-wording langer in de vaten opgeslagen bleven, werden smaken complexer en gebalanceerder. Met al die verschillende karakteristieken per euax-de-vie werd een blend gemaakt en zo ontstond langzamerhand de cognac die we nu kennen.
Rémy-Martin
Na Henessy is Rémy-Martin het grootste cognac-huis uit de streek. De moeite van het bezoeken meer dan waard. Leer de geheimen kennen van een van werelds duurste dranken en er gaat een wereld voor je open. Combineer het met een chocoladeworkshop of ga de geschiedenis in langs de vaten van de meest luxe, oudste cognac: de Louis XIII. Met eaux-de-vies van honderd jaar oud en een waarde van vele miljoenen, kom je in het hart van de cognac, de streek en de bevolking. Het kleine stadje, dat slechts 18.000 inwoners telt, neemt je mee langs een eeuwenoud ambacht, dat diep in de genen van de bevolking zit. Drink er eens eentje, en laat je meeslepen in smaken, aroma’s en complexiteit. Of – en gek genoeg zijn de Fransen er dól op – drink eens een jonge cognac met ijs en gingerale.