Leren zeilen
Als je wil leren zeilen dan zijn er betere vaarroutes te bedenken dan Las Palmas – Saint Lucia. De wind komt namelijk drie weken lang ongeveer uit dezelfde richting en als je eenmaal voor ’t lapje gaat rest alleen nog de beslissing of je een rif in het grootzeil legt voor je de nacht in gaat of niet. Voor de afwisseling kruisen we sommige stukken op, maar veel meer dan één keer per dag gijpen doen we niet. Voor de vorm houden we een koers aan, maar als we daar een paar uren lang tien of twintig graden van afwijken, dan maakt dat op een afstand van ruim 2700 NM ook niet bijzonder veel uit.
Gelukkig komt er bij zeilen meer kijken dan alleen de zeilen in de juiste positie hijsen. Zo is er bijvoorbeeld de kapitein en de rest van de crew. De gezelschappen die aan de ARC meedoen zijn zeer gemeleerd. Er zijn groepen vrienden, meestal mannen van boven de 50, die de oversteek als een vakantie ervaren met een koelkast vol Tupperwarebakjes met door vrouwlief gemaakte pastasaus. Vooraan het konvooi varen een twintigtal raceboten die voor het snelheidsrecord gaan; de professionele zeilers aan boord eten acht dagen lang voedzame poedertjes vermengd met warm water uit een bidon. Dan heb je de gezinsboten, soms met kinderen die nog niet leerplichtig zijn of thuisonderwijs krijgen, soms met jongvolwassenen die samen met vader en een paar vrienden een gap year genieten. En er zijn de charterboten. Dit zijn eigenlijk drijvende hotels. Je boekt een overtocht of een verblijf van een x-aantal dagen en moet maar zien wie er nog meer aan boord stapt.
Ik zat op een charterboot. Het voordeel van zulk soort boten is dat niemand elkaar kent en niemand de vreemde eend in de bijt is. Het nadeel van dit soort boten is dat niemand elkaar kent en de verschillende karakters ook wel eens kunnen clashen. Hoewel mijn zoektocht naar een boot in de haven van Las Palmas nauwelijks intensief te noemen was, heb ik ingestemd om mee te gaan met de eerste beste boot die me mee wilde nemen. Het feit dat ik met mijn komst de gemiddelde leeftijd aan boord zo wat halveerde nam ik voor lief. Natuurlijk had ik een boot met jonge, interessante en avontuurlijke mensen in gedachten, maar ongeduld en nieuwsgierigheid wonnen het van buikgevoel. Bovendien zag ik ook wel voordelen aan een boot met vier 55+’ers.