1. Lunchen met friet. Drie keer in één week.
Het begint ’s morgens al met warme Apfelstrudel bij de koffie of chocolademelk. Een paar uur later is het tijd voor de lunch en dan komt er ongetwijfeld friet op tafel. En dat drie keer in één week. Of twee keer spaghetti bolognese of pizza. Tijdens de wintersport laten we ons wat eten betreft helemaal gaan. Herkenbaar? Ach, we hebben ook veel energie nodig om onszelf warm te houden in de kou!
2. Shotjes…
Jägerbomb, Flügel, Genepy, Chartreuse: normaal gesproken moet je niet denken aan al die smerige shotjes, maar tijdens het après skiën slaan we het zonder problemen achterover. Nou ja, zonder problemen? Het is maar goed dat je de volgende dag voldoende frisse lucht krijgt!
3. Om 22.00 uur naar bed gaan
Sta je het ene moment nog los te gaan op muziek in de bar, het volgende moment wil je niets liever dan slapen. Na een dag actief skiën of snowboarden ben je namelijk echt toe aan goede nachtrust. Maar al om 22.00 uur? Of stiekem zelfs nog wat eerder? Dat gebeurt alleen maar tijdens de wintersport. Opladen om de volgende dag weer te knallen op de piste toch?
4. Iedere ochtend je wekker zetten
Tijdens welke vakantie zet jij iedere dag je wekker? En dan ook nog best wel vroeg, rond 07.30 uur? Juist, dat doe je alleen tijdens een vakantie in de sneeuw, want om 09.00 uur wil jij met de eerste lift naar boven. Er gaat immers niets boven met je ski’s of snowboard als allereerste over die vers geprepareerde sneeuw naar beneden glijden.
5. Twee dagen achter elkaar dezelfde sokken aan
Thuis zou je dit nooit doen, twee keer achter elkaar dezelfde sokken aan, maar tijdens de wintersport doe je dat gewoon. Heel eerlijk: het kan ook best hoor, zeker wanneer je sokken van goede kwaliteit wol hebt (die gaan niet zo snel stinken). Oh ja, dit doe je natuurlijk ook gerust met je thermo (onder)kleding. Ach, op wintersport kan dit dus gewoon!