Brussel? Dat is toch de stad van Manneke Pis, chocolade, het Atomium en het hoofdkantoor van de Europese Unie? Klopt, maar het is nog veel meer dan dat. Hoewel het een heel andere vibe heeft dan populaire Vlaamse steden zoals Antwerpen, Brugge en Gent, zou ik ook Brussel absoluut aanraden als bestemming voor een korte trip. Zeker als je verder kijkt dan de highlights, is er veel leuks te ontdekken in deze stad. Ik durf zelfs te zeggen dat ik werd verrast. Want ja, vooroordelen zijn nu eenmaal hardnekkig. Welke plekken je dan wél moet bezoeken? Dat vertel ik je in deze blog.
Achter de vergaderzalen en klassieke gebouwen van Brussel gaat een bruisende stad schuil, vol karakter en tegenstellingen. Van rauwe tot elegante wijken en van Nederlands tot Frans als voertaal. Dit is je kans om een weekend te plannen dat anders is. En ben je er al eens geweest? Dan ga je met deze tips gegarandeerd een heel andere kant van de stad ontdekken.
Mijn uitvalsbasis voor het weekend was het kleurrijke nhow Brussels Bloom hotel. Alleen al de locatie is een feestje. Het ligt namelijk in Botanique, een wijk waar graffiti en groen hand in hand gaan. Rondom de voormalige botanische tuinen (kruidtuin in het Nederlands) vind je streetart, sfeervolle pleinen en verborgen koffietentjes. Midden in de tuin ligt het concertgebouw Le Botanique, dat ooit dienstdeed als serre. Het is een mooie tuin om een tijdje rond te wandelen. Ook leuk tijdens zonsondergang: tussen de Congreskolom en de Financietoren ligt een enorme betonnen plaat waar je een prachtig uitzicht hebt op de stad.
Het nhow Brussels Bloom hotel is modern, kunstzinnig en comfortabel. Van de lobby tot de liften en kamers: het gebouw ademt kunst. In onze ‘Loft in the sky’ vielen we van de ene in de andere verrassing. De artistieke muren, ‘dark room’, zwevende vide, badkamer met theaterverlichting en het mega uitgebreide ontbijt in een Instagramwaardige setting.
Restauranttip: Le Botaniste. Een populair en sfeervol vegan restaurant en wijnbar in één.
Wie zegt dat je naar Parijs moet voor mooie gevels en stijlvolle pleinen, is duidelijk nog nooit in Ixelles geweest. Deze wijk, ook wel Elsene genoemd in het Nederlands, is een van de meest charmante delen van Brussel en tegelijk toch rustig. Je komt er bijna geen andere toeristen tegen.
Begin je bezoek op het Flageyplein, waar in het weekend een gezellige markt staat. Haal een sapje, koop een verse Brusselse wafel en wandel naar de vijver van Elsene. Een oase van rust in de stad. Dwaal verder langs de vijver af naar de schitterende eeuwenoude Abdij ter Kameren. En alsof dat nog niet genoeg is, loop je zo door naar het Bois de la Cambre (Ter Kamerenbos), een enorm stadsbos waar locals picknicken, sporten of gewoon even ontsnappen aan de drukte.
Trek een dagdeel uit om te verdwalen in Ixelles. Laat Google Maps even voor wat het is en ga ronddwalen. Wij liepen een grote ronde om de enorme vijver en eindigden in het bos.
Extra tip: Café Belga aan het Flageyplein. Een ideale spot om lekker mensen te kijken en de sfeer van Brussel goed in je op te nemen. Ook erg geliefd bij locals.
Brussel heeft een paar plekken die zo goed verborgen zijn, dat je ze alleen vindt als iemand het je vertelt. Dus bij deze:
Brussel heeft mij verrast. Niet vanwege de mooie Grote Markt (al blijft die indrukwekkend), vooral door alles daarbuiten. De wijkjes vol karakter, de verborgen cafés en de constrasten op straat. Het is een stad waar je een beetje ‘doorheen’ moet kijken. Als je bereid bent om dat te doen, weet ik zeker dat je veel mooie kanten van Brussel ontdekt. Kortom: geef Brussel een (tweede) kans. Je zult zien dat het veel leuker, levendiger en creatiever is dan je dacht.