Ga je per trein of te voet?
Je kan de eeuwenoude Inca stad in Peru op twee manieren bezoeken. Per trein of per voet via een van de Inca Trails. Welke route je ook kiest, elke weg ernaar toe heeft iets bijzonders.
Per trein
Het snelst is om de bus te pakken naar Ollantaytambo of Poroy (beide in de buurt van Cusco) en vanuit daar de trein te nemen naar Aquas Calientes. Dit is het dorpje aan de voet van Machu Picchu. Je kan Machu Picchu bezoeken tussen zes uur ’s ochtends en zes uur ‘s avonds. Tussen tien en twee is het het drukst bij Machu Picchu. De meeste bezoekers komen namelijk rond tien uur in de ochtend met de trein aan in Aquas Calientes. Je kan ook een nachtje blijven slapen in Aquas Calientes en om kwart voor zes in de ochtend de eerste bus naar boven pakken. Ik raad je aan om al heel vroeg in de rij voor de bussen te gaan staan, want zo’n wereldwonder even helemaal voor jezelf is een ervaring die je nooit van je leven meer zal vergeten.
Buskaartjes kan je ter plaatste kopen, maar treinkaartjes kan je het beste net als de toegangskaarten ruim van tevoren bestellen. Er gaan namelijk maar een aantal treinen elke dag van en naar Aguas Calientes en naast het lopen van de Inca Trails is dit de enige manier om in Aquas Calientes te komen. Je kan jouw treinkaarten bestellen op PeruRail of IncaRail.
Te voet
De Inca Trail is de beroemde wandelroute die de Inca’s vroeger zelf liepen om bij Machu Picchu te komen. Deze bijzondere route brengt je in vier dagen tijd langs waanzinnige uitzichten, Inca ruïnes en eindigt met een zonsopgang bij Machu Picchu. De Inca Trail loop je samen met een groep andere reizigers, een gids en dragers. Kosten bedragen ongeveer vijfhonderd euro. Dit is inclusief toegangskaarten Machu Picchu, maaltijden, tentjes, gids en transfer van en naar je hotel. Naast de klassieke Inca Trail zijn er nog andere trails die je kan lopen, zoals de Salkantay Trek. De duur van deze trails verschillen tussen de twee tot vijf dagen.