Maar liefst zeventig procent van Oman bestaat uit woestijn: hoge zandduinen en eindeloze uitgestrekte zandvlaktes wisselen elkaar af. Rij je twee uur zuidwaarts vanuit de stijlvolle hoofdstad Muscat, dan sta je met beide voeten in het vuurrode woestijnzand van de Sharqiyah-woestijn, beter bekend als Wahiba Sands. Deze woestijn vormt het hart van Oman en wordt bewoond door de nomadische Bedoeïenen. Het is het perfecte decor voor een avontuurlijke overnachting tussen de dromedarissen, onder een perfecte heldere sterrenhemel, helemaal weg van de bewoonde wereld.
1000 Nights Camp
Je kunt in Oman op verschillende plaatsen in de woestijn slapen, om zo’n sprookjesnacht mee te maken. Een van die kampen is het 1000 Nights Camp, waar wij onderweg naartoe zijn. Dit kamp ligt een eindje de woestijn in en dus maken we voordat de weg overgaat in zand nog even een korte stop. Wil je namelijk met je four-wheeldrive in de woestijn kunnen rijden, dan moet je je bandenspanning daarop aanpassen. Je hebt zachte banden nodig en dus laten we wat lucht eruit en trekken de woestijn in.
De rit door het rode zand is prachtig. Langs de weg – niet meer dan een vlak stuk zand – zien we Bedoeïenen-hutten, maar al snel verdwijnen ze en is alles om ons heen rood. We maken wel een beetje vaart, want het is de bedoeling om de zonsondergang mee te maken en het is al laat in de middag en de zon begint al een beetje te zakken.
In het 1000 Nights Camp vind je accommodaties van verschillende luxe-niveaus. Wij gaan voor een tent zonder airconditioning maar mét buitendouche. Lang blijven we er niet hangen, want de zon zakt nóg lager en lager en het is tijd om de zandduinen in te gaan.
Wanneer we de duinen op lopen begint het ineens heel hard te waaien, iets dat heel vaak voorkomt in de woestijn, zo vertelt gids Saqer ons. Het maakt niet uit, want op het topje van de duinen zien we de wereld om ons heen vuurrood kleuren. Ik hoor alleen het geluid van de wind en het geluid van mijn camera, want je blijft er foto’s van maken, zo mooi is het.