Reizen is ontdekken en dat begint vaak op je bord. De geur in een Franse patisserie, of die van een verse pan paella. Of wat dacht je van die eerste hap van een échte Italiaanse pasta, niet te vergelijken met een pasta thuis. Mijn favoriete vakantieherinneringen zijn toch soms ook gedachten aan lekkere gerechten. Elke bestemming in Europa heeft z’n eigen delicatessen, die je vakantie extra bijzonder maken.
En laat Europa nu echt een schatkist aan smaken zijn. Wij nemen je mee langs heerlijke gerechten die je geproefd móet hebben als je op vakantie bent in Europa. Geen standaard toeristenhappen, maar ook de lokale klassiekers die geliefd zijn bij de mensen die er wonen. Van pasta tot pastéis, dit zijn de klassiekers die je minstens één keer geproefd moet hebben.
Vergeet de spaghetti bolognese die je kent, want die bestaat niet in Italië. Wat je wel moet eten is tagliatelle al ragù op de plek waar ze dat uitgevonden hebben. In Bologna. Een echte ‘ragù’ is verse pasta met langzaam gegaarde vleessaus. Weinig ingrediëten, super simpel, maar zó vol smaak. Je wil thuis nooit meer iets anders.
📍 Trattoria da Me in Bologna
Het nationale gerecht van Spanje is paella. En die hebben ze uitgevonden in Valencia. Daar houden ze zelfs ieder jaar een World Paella Day. Een kruidige pan met rijst, verschillende soorten vlees of vis en de geur van saffraan: is er iets lekkerder dan dit?
📍 Restaurante La Pepica in Valencia
Vaak wordt gesproken over de verfijnde Franse keuken, maar toch kunnen weinig mensen échte Franse gerechten noemen. Het allerlekkerste vind ik Coq au vin, al staat dat echt niet overal op de kaart. Het is een heerlijk stoofgerecht van met kip in rode wijn, vaak met champignons, spekjes en ui. Authentiek Frans, waar je eigenlijk ook een glas Bourgogne bij moet drinken. En dat doe je natuurlijk het beste in Parijs.
Ben je in de Franse Alpen? Ga dan voor een Tartiflette: een ovenschotel met kaas, aardappeltjes, spek en witte wijn: verrukkelijk.
📍 Chez René, Boulevard Saint-Germain in Parijs
Knapperig bladerdeeg gebakjes met romige custardvulling, licht gekarameliseerd. Warm uit de oven zijn ze het allerlekkerst. Als je in Portugal bent, dan moet je natuurlijk Pastéis de nata eten. De klassiekers komen van de beroemde bakker Pastéis de Belém in Lissabon, maar het is een nationale lekkernij geworden die je op veel meer plaatsen kunt eten.
Ben je in Portugal, maar niet zo’n zoetekauw? Ga dan voor kip piri-piri, lekker spicy en heel erg goed.
📍 Pastéis de Belém in Lissabon
De echte Kroatische keuken valt helemaal niet op als je op vakantie bent, omdat op veel bekende plaatsen vooral voor toeristen wordt gekookt. Maar als je Crni rižot op de kaart ziet staan, bestel het dan meteen. Het is zwart risotto die vooral in Dalmatië wordt gegeten. De rijst wordt zwart gemaakt met de inkt van inktvis (je moet dus wel van vis houden). In de smalle straatjes van Stari Grad op eiland Hvar al ik de lekkerste Crni rižot, ik droom er nog van.
📍 Antika in Stari Grad, Hvar
Moussaka is de Griekse variant op lasagne. En die kun je wel zelf proberen na te maken, maar het is mij nog nooit zo lekker gelukt als in Griekenland zelf. Met name in het binnenland, in de bergen, maken ze de lekkerste Moussaka. Een ovenschotel met lagen aubergine, aardappel, gekruid gehakt en bechamelsaus. Wat precies het geheime ingrediënt is, weet ik niet. Misschien de manier waarop het gehakt gekruid wordt. Hoe dan ook: dit moet je proeven.
📍 Kuzina in Athene
In Zwitserland denk je natuurlijk meteen aan kaas. Gelukkig verwerken de Zwitsers hun nationale trots in bijna alle gerechten. Zo ook in Älplermagronen: een stevige maaltijd uit de Alpen. Pasta met aardappelblokjes, room, kaas, ui én appelmoes (!) erbij. Klinkt gek, maar het is echt heerlijk.
📍 Bergrestaurants Zwitserland, bijvoorbeeld in Zermatt of Engelberg
Het is lastig kiezen tussen een goede Tiroler Gröstl, Wiener Schnitzel en Kaiserschmarrn, maar dan wint zoet het (bij mij) toch altijd van hartig. Luchtige, gekaramelliseerde stukjes pannenkoek, geserveerd met poedersuiker en appelmoes of pruimencompote. Als toetje, als lunch of tussendoor: na een flinke hike of een ochtend skiën is dit echt heel erg lekker. Veel bergrestaurants zeggen dat ze de lekkerste maken, maar die in het Stubaital wint voor mij (en ik heb er véél geproefd).
📍 Marend Stüberl in Neustift, Stubaital
Wij kennen het als een pasteitje, vol-au-vent of koninginnenhapje, de Belgen noemen het een videeke. Een krokant bladerdeegbakje gevuld met kippenragout met stukjes kip en gehaktballetjes. Je krijg er in België standaard friet bij, wat wil een mens nog meer? Je ziet het vaak op lunchkaarten staan, maar het kan ook als diner. Een videeke kun je zo ongeveer de hele dag eten.
📍 Horta in Antwerpen
Ik heb zelden zo lekker gegeten als tijdens mijn reis door West-Zweden. Pure smaken, super vers, weinig ingrediënten. Koken kunnen ze in Zweden als de beste. Zeker wanneer je ze visgerechten laat klaarmaken: zalm, haring, kreeft, oesters. Maar als je dan één ding in Zweden moet proeven is het toch wel gravlax. Rauwe zalm die is gemarineerd met zout, suiker en dille, en soms ook andere kruiden (dus niet gerookt). De smaak is zo puur, die vergeet je nooit meer. Oké en dan daarna natuurlijk een Kanelbulle nemen, een zoet kaneelbroodje met suiker bovenop.
📍 Noot Nordik Kitchen in Göteborg
De IJslandse keuken is misschien niet zo bekend als die van Italië of Frankrijk, maar het land heeft verrassend lekkere gerechten die je zeker moet proeven tijdens je reis. Skyr (met bosbessen) is denk ik het bekendst, maar lekkerder is Plokkfiskur. Een romige visstoof van witvis (vaak kabeljauw of schelvis), aardappels, ui, boter en melk. Echt heel lekker en een uitstekende maaltijd om op te warmen na een dag in de IJslandse buitenlucht.
📍 Grillmarkaðurinn in Reykjavik
Duitsland heeft echt veel meer te bieden dan bratwurst en schnitzel. Elk deel van het land heeft zijn eigen regionale specialiteiten. Heel lekker is een Allgäuer Kässpatzen die vooral in Zuid-Duitsland wordt gegeten. Een soort zachte eiernoedels (Spätzle) gemengd met regionale kaas (zoals Bergkäse) en gebakken uien. Noem het maar de Duitse mac & cheese: comfort food op z’n best.
In Slovenië is er eigenlijk maar één ding dat je moet proeven, en dat is toch wel Kremšnita. Taart ja. Het is een van de beroemdste en meest geliefde desserts van Slovenië. Een luchtig, romig slagroomgebakje dat vooral iconisch is in het beroemde stadje Bled. Daarom wordt het ook wel Bled cream cake of Blejska kremšnita genoemd. Té lekker om te niet even te proberen en gelukkig niet zo machtig.
📍 Slaščičarna Zima in Bled
Pierogi is een gerecht dat niet alleen in Tsjechië wordt gegeten, je ziet het ook in Polen of Slowakije op de kaart staan. Al deze landen delen dit ‘nationale’ gerecht. Pierogi zijn halvemaanvormige deegkussentjes (een soort dumplings) die gevuld kunnen zijn met allerlei ingrediënten. Soms hartig met aardappel en kaas, maar ik heb ze ook zoet gegeten met bosbessen, kersen of zoete kwark. Lekker als toetje of snack. Zeker proeven!
📍 Stodola in Karlštejn
Barmbrack eet je eigenlijk alleen in Ierland in het najaar, normaal gesproken rond Halloween. Maar je ziet het gelukkig ook vaker als delicatesse op de kaart in een koffietentje staan. Barmbrack is een licht zoet gistbrood met rozijnen en gedroogd fruit. Rond Halloween worden er dingen in verstopt bij wijze van symbolische ‘verrassingen’. Als je de ring hebt, dan ga je trouwen.
📍 Bread 41 in Dublin