Buenos Aires wordt ook wel het Parijs van Zuid-Amerika genoemd en dat is niet voor niets. De twee wereldsteden tonen volop gelijkenissen, ook al liggen ze elfduizend kilometer uit elkaar. In Buenos Aires kun je je in grote delen van de stad in Parijs wanen, door Franse balkons, de inrichting van pleinen en de sfeer in de stad. Maar toch zijn ze ook compleet anders, dankzij het Zuid-Amerikaanse temperament en de passie voor muziek en dans van de Argentijnen.
Parijs is mijn lievelingsstad, een plek waar ik al vaak geweest ben en nog heel vaak hoop te komen. Dat schept natuurlijk verwachtingen als je dan naar Buenos Aires reist, een stad die torenhoog op mijn bucketlist stond. Maar Buenos Aires maakte het volledig waar, want deze stad heeft mijn hart compleet gestolen!
Qua oppervlakte is Buenos Aires gigantisch groot en dat zie je eigenlijk het beste vanuit het vliegtuig als je naar Argentinië reist. Er lijkt geen einde aan de stad te komen. Buenos Aires heeft overigens ook twee vliegvelden: internationale vluchten komen aan op Ezeiza Airport (Aeropuerto Internacional Ministro Pistarini), maar voor binnenlandse vluchten moet je op Jorge Newbery zijn. Mocht je meteen doorreizen, dan is het goed om te weten dat je alleen al van vliegveld naar vliegveld wel even onderweg bent, zeker wanneer het spitsuur is. Wij nemen een taxi naar ons hotel in de wijk Palermo en gaan van daaruit de stad verkennen. Nog nooit had ik zoveel zin om een week in een stad te verblijven als hier in Buenos Aires!
Alsof je in Parijs bent
Zeker in de wijken Palermo en Recoleta is het niet moeilijk om de gelijkenis te zien tussen Buenos Aires en Parijs. En het is ook zeker niet toevallig dat die vergelijking wordt gemaakt, want de Argentijnen schakelden in de 19e eeuw Europese architecten en Franse stadsplanners in om de stad een nieuw gezicht te geven. Vandaag de dag oogt Buenos Aires daarom nog steeds Frans, met typische balkons die je ook in Parijs ziet, maar het straatbeeld wordt zeker ook gemixt met Latijns-Amerikaanse elementen.
Buenos Aires oogt verder ook heel erg groen. Er zijn weinig steden die kunnen tippen aan al het groen dat je in deze stad zult zien. Het heeft alles te maken met hoe de stad ooit is gebouwd. Aan het begin van de 20e eeuw werden volop palmbomen, platanen en jacarandas geplaatst om de lucht in de straten te zuiveren en te voorzien van zuurstof. Tientallen jaren later is het straatbeeld van Buenos Aires compleet groen. Als het voorjaar begint – in Buenos Aires is dat in november – dan kleurt de stad lila-paars door de bloemen van de jacaranda. Hoge platanen zorgen ervoor dat iedere straat oogt als een urban jungle. Het maakt wandelen door de stad nóg mooier.