1. Het Krugerpark
Het Krugerpark is het paradepaardje van de wildparken in Zuid-Afrika: een gigantische wildernis van bijna twee miljoen hectare, die zich uitstrekt over een lengte van 350 kilometer. Hoewel het park omheind is, zul je nergens een hek tegenkomen. Naast de big five wonen hier meer dan 140 andere diersoorten in een ongekend veelzijdig landschap. Voor het grootste deel bestaat het Krugerpark uit uitgestrekte graslanden, die worden afgewisseld met karakteristieke bomen zoals de baobab. Naar het zuiden toe, waar rivieren het landschap in tweeën splitsen, wordt het wat grilliger en heuvelachtiger. Hoewel je te midden van deze wildernis toeristische kampen vindt, is het Krugerpark voor het overgrote deel gelukkig nog steeds ongerept.
In het Krugerpark kun je zelf rondrijden om op zoek te gaan naar wilde dieren, maar uitstappen is niet toegestaan. Zoals in ieder wildpark kun je bij zonsopkomst en zonsondergang ook zogenaamde game drives maken waarbij je (met een groep andere mensen) in een open jeep de natuur in trekt om wilde dieren te spotten. Wil je de kans dat je wilde dieren — en de complete big five — ziet wat vergroten, ga dan zeker met een game drive mee. Rangers weten precies waar ze moeten zijn en houden elkaar ook op de hoogte van de locaties van de wilde dieren. De beleving is iets minder uniek dan wanneer je de dieren op eigen kracht spot, maar wanneer iemand je bij schemering wijst op een luipaard dat boven in een vijgenboom ligt uit te buiken, maakt dat niet meer uit, want zoiets moois vergeet je de rest van je leven niet meer.